Met zijn 46 jaar is Erik Varden ook nog eens een van de jongste bisschoppen ter wereld. Daarnaar gevraagd, noemt hij leeftijd in een interview met Catholic News Agency met een kwinkslag “een relatieve aandoening. De tijd rekent er onverbiddelijk mee af”.
De nieuwe bisschop wordt verantwoordelijk voor een uitgestrekt gebied waar naar schatting 15.000 katholieken wonen, die hem “warm en vriendelijk” ontvingen.
Het aantal katholieken mag klein zijn, het groeide de afgelopen jaren net als in de rest van Noorwegen flink, vooral door arbeidsmigratie. Vanwege de groei kreeg Trondheim in 2016 een nieuwe, grotere kathedraal.
“Het Noorse katholicisme is bijzonder internationaal en intercultureel”, zegt Varden. “Het is een paradox, een schitterende paradox, dat je zo’n katholiciteit ontmoet in de extreme diaspora. Het is een uitdaging voor ons allen om deze groei vrucht te doen dragen in eenheid, naastenliefde en heiligheid.”
Erik Varden werd geboren in een luthers gezin, maar, zo schrijft hij in zijn boek De eenzaamheid doorbroken: “Het geloof zei me niets. Ik zag het christendom als wensdenken, als een wegvluchten voor het drama waarmee ik worstelde.”
Die worsteling met onder meer de vraag naar het lijden in de wereld, brengt hem er uiteindelijk toe het geloof alsnog te omarmen: “Het was niet alleen zo dat ik wilde geloven. Ik wist ook dat het waar was. Het klinkt als een cliché, maar op dat moment veranderde mijn bewustzijn. Dat gevoel ben ik nooit kwijtgeraakt.”
Op zijn negentiende omarmt hij ook de Kerk: hij wordt katholiek, treedt in Engeland in en wordt in 2011 priester gewijd. Zijn medemonniken kiezen hem in 2015 als abt.